In de media

Interview AD

Terwijl de halve wereld op pauze staat, ontwikkelt fashion-ondernemer en presentator Dyanne Beekman (47) een nieuw tv-programma en kleding voor de zorg. ,,Ik hoop dat we met z’n allen iets leren van deze situatie.’’

Dyanne Beekman heeft zich met partner en drie kinderen verschanst op hun boerderij in de buurt van Breukelen. Belangrijk tijdverdrijf: de panna challenge en andere voetbaltrucs en elke dag tien kilometer afleggen. Soms in wandeltempo dan weer rennend.

Daarnaast is het steeds weer zoeken naar het antwoord op die ene prangende vraag: wat eten we vanavond?

,,Jemig wat een gedoe. Constant iets verzinnen. Ik kom nu tot de ontdekking dat we voor de corona-crisis wel erg veel uit eten gingen. Ik denk dat dit verandert. Laatst waren mijn man en ik een eind fietsen en onderweg bleek bijna alle horeca dicht. Na lang zoeken ontdekten we eindelijk een snackbarretje dat open was. Ik zei: ooo, laten we een frietje halen. Ik keek door het raam en zag de dame achter het vet haar hand langs haar neus halen. Alsof ze iets nats wegpoetste. Mijn man en ik keken elkaar aan, stapten direct weer op en vertrokken. Ik heb inmiddels een meer dan behoorlijke smetvrees ontwikkeld.’’

Lastig wanneer ze haar oude leven weer zou oppakken. Want als directeur van de Beekman Group – 20 vaste medewerkers – vloog ze frequent door Europa en ook op intercontinentale routes was ze vaak te vinden. Een straf reisschema omdat haar onderneming in zo’n 20 landen bedrijfskleding levert aan ruim 100.000 medewerkers in de horeca (McDonald’s), musea (Spoorwegmuseum), vakantieparken en hotels. Drukke luchthavens en volle toestellen behoorden net als haar atelier in Breukelen tot de vaste werkomgeving.

,,Een week voor de uitbraak zat ik nog in het vliegtuig van India naar Amsterdam. Ik ben zo iemand die aan haar vingers likt voordat ze een pagina van dat magazine uit de stoel-zak omslaat. En toen had ik al de remote van het tv-scherm bediend. Ieuww! Gadver, denk ik nu. En: hoe gaan we straks in hemelsnaam veilig reizen en leven?’’

Dat er door corona een ‘nieuw’ normaal komt met andere normen en aangepaste gewoonten, staat voor haar vast. Ook in haar werk is ze daar al mee bezig. ,,McDonald’s gaat waarschijnlijk naar een standaard mondkapje toe voor zijn personeel. Net zoals petjes, mutsen en caps in veel keukens nu al gebruikelijk zijn. Het zou me niet verbazen wanneer iedereen in de horeca over invoering van mondkapjes nadenkt. Dus ben ik met het ontwikkelen daarvan bezig. Ze moeten passen bij de bedrijfslook en daarnaast wil ik dat ze vaker gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld door een vervangbaar filter. Vanwege het milieu. Goed voor de hygiëne en service, maar van een totaal andere orde dan de exemplaren die in de ziekenhuizen worden gebruikt.’’

Dat combineren van trends en tijdgeest met het juiste modegevoel zorgde ervoor dat Dyanne Beekman vierentwintig jaar terug met succes haar kleine stylingbureau – met klanten als Marco Borsato, Wendy van Dijk en Ilse DeLange – wist te transformeren tot een internationaal productiehuis. Een opmerkelijke stap omdat die tak van sport in haar branche niet bepaald als sexy wordt gezien. ,,Maar ik ben toch geen meisje dat graag in de spotlights staat. Het allerbelangrijkst in mijn vak: mensen moeten zich lekker voelen in hun kleding. Toen ik bedrijfs-outfits begon te bestuderen nadat McDonald’s mij vroeg als consulent, waande ik mij in het tv-programma Bananasplit. Dit kan niet waar zijn, zei ik. Mannen en vrouwen die in dezelfde snit liepen, ongeacht hun figuur. Polo’s die overal maar overheen werden gekwakt, oncomfortabele en goedkope materialen. En dag in dag uit hetzelfde, daar wordt niemand blij van. Zeker niet omdat je je ook niet elke dag hetzelfde voelt: soms ben je uitgeslapen en vrolijk, dan weer voel je je opgeblazen of moe. Je moet dan met je uniform kunnen spelen. En het moet eigentijds zijn.

,,Momenteel is er een draagtest voor zorgpersoneel in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Ik dacht: misschien niet de beste tijd, maar de verpleegkundigen lieten weten er juist erg blij mee te zijn. Elegantere, makkelijke kleding waardoor ze zich prettig voelen en minder belemmerd. Elke week hebben we contact over vragen als: moet de kraag anders? Of een zak op een andere plek? Kloppen de lengtes? Ik blijf aanpassen tot het optimale resultaat is bereikt en dan kunnen we in september officieel lanceren voor meerdere ziekenhuizen en zorg instellingen.

Ook voor schoeisel geldt dat comfort en de goede materialen belangrijk zijn. Juist in deze sector waar veel wordt gestaan en gelopen.’’

Beekman stelde onlangs 250 paar van haar sneakers ter beschikking aan zorgpersoneel. Haar bericht op Facebook waarin ze de weggeefactie aankondigde werd maar liefst 800.000 keer bekeken. Ongelofelijk, vindt ze. En daarom startte ze een campagne waardoor mensen zorgpersoneel sneakers cadeau kunnen doen. ,,Ik wil meehelpen in deze tijd, maar kan het me niet veroorloven tienduizenden paren weg te geven. Daarom hebben we gezegd: de verzend- en retourkosten komen geheel voor onze rekening.’’

Haar jongste kind is nu tien jaar. En zolang is zij ook niet meer als presentator – ze deed onder meer Looking Good, Passion for Fashion en Look of Love – op televisie te zien geweest. ,,Ik had het druk met mijn tv-werk en mijn bedrijf en ik was zwanger. Dat was zwaar: ik moest constant spugen. Ook had ik een hersenschudding opgelopen toen ik tijdens het hardlopen over de hond struikelde. Kortom: ik zat totaal niet lekker in mijn vel. Ik ben een paar keer naar het ziekenhuis geweest omdat ik mij niet goed voelde. De laatste keer zeiden ze: als je zo doorgaat, verlies je je kind. Toen mijn man toevoegde: het is niet alleen jouw kind voelde ik dat ik mijn leven moest veranderen. Ik heb RTL gebeld en gezegd dat ik stopte met programma’s maken.’’ Nu ontwikkelt ze een nieuw programma – ook weer rond mode maar waar verbinden en vleugels geven centraal staat- waarover ze rond de zomer meer in detail kan treden.

Over de toekomst van haar bedrijf maakt ze zich op dit moment nog geen hele grote zorgen. Hoewel naar schatting 95 procent van de werkzaamheden is stilgevallen. Fabrieken die kleding produceren zijn dicht, net als de meeste werkplekken van haar vaste afnemers. Iedereen heeft hetzelfde probleem, stelt zij. ,,Nu is er saamhorigheid en er zijn mooie initiatieven. Ik vraag me alleen af wat er gebeurt wanneer deze situatie langer duurt. Dan groeit de angst: hoe moet het nu met mij? En dan neemt de irritatie toe. Ook bij mij en dat begint op kleine schaal. Hoor ik ineens mijn partner heel hard tikken op zijn toetsenbord. Of komt hij in joggingbroek met pijp mijn atelier binnen terwijl ik net roomspray heb gebruikt. Nee, ga weg, denk ik dan. Dit is mijn territorium. En: waarom loop je in je joggingbroek.

,,Ik hoop echt dat we iets leren van deze situatie. Dat we bewuster worden en efficiënter met onze energie en de wereld omgaan. In het begin dacht ik: hebben we wel zo’n groot pand nodig? Want nu we thuis werken gaat het ook goed. Aan de andere kant: ik mis de bezoeken, het aanraken van de mensen, het even laten zien van voorbeelden. Ik hoop dat we met z’n allen meer leren te verbinden. Het is toch heel raar dat allerlei bedrijven dingen onderzoeken die andere allang weten? En op het gevaar af politiek te klinken: wat houdt de Europese Unie eigenlijk in? Elk land volgt zijn eigen weg.  Ik begrijp dat niet. Vind dat lastig. Ik hoop dat landen en ondernemers elkaar meer leren waarderen en zien dat ze samen tot oplossingen moeten komen.’’